De KNMI’23-klimaatscenario’s zijn een vertaling van de wereldwijde klimaatprojecties van het IPCC – het klimaatpanel van de Verenigde Naties – naar Nederland. Ze schetsen hoe het klimaat in 2050, 2100, 2150 eruit kan zien. Voor toepassing in de watersector vertalen wij de scenario’s door naar neerslagstatistiek bij ieder scenario, zodat analyses ook voor een toekomstig klimaat kunnen worden uitgevoerd.
Het KNMI presenteert scenario’s die worden onderscheiden op twee gebieden, lage, midden of hoge mondiale temperatuurstijging en vernatting of verdroging. Daarmee ontstaan er zes scenario’s: Laag-droog, Laag-nat, Midden-droog, Midden-nat, Hoog-droog, Hoog-nat. Deze zijn voor de zichtjaren 2050, 2100 en 2150 bepaald. Daarnaast is er een scenario voor 2033 waarbij alleen gekeken wordt naar lage mondiale temperatuurstijging.
Neerslagstatistiek geeft de hoeveelheid neerslag die bij een bepaalde duur wordt overgeschreven met een bijbehorende herhalingstijd. Bijvoorbeeld, hoeveel neerslag verwachten we maximaal eens per 10 jaar voor 24 uur? Deze statistiek is voor huidig klimaat afgeleid uit metingen. We gebruiken nu de modelsimulaties die ten grondslag liggen aan de KNMI’23-klimaatscenario’s om te bepalen hoe die statistiek zou veranderen onder de scenario’s en voor de zichtjaren.
Daarnaast worden ook 100-jarige neerslag- en verdampingsreeksen geleverd die passen bij de statistiek van elk scenario waarmee modelberekeningen kunnen worden gedaan.
We verwachten voorjaar 2024 de resultaten te kunnen opleveren.