PROJECT

Eindevaluatie Pilot Langsdammen

Hydrodynamische en morfologische berekeningen met Delft3D

Langsdammen in een rivier zijn naar verwachting gunstiger voor hoogwaterveiligheid, vaarweg, natuur en zoetwatervoorziening dan kribben. Door een ruime oevergeul achter de langsdammen te creëren neemt de afvoercapaciteit bij hoogwater toe. Daarnaast wordt, door de langsdammen iets richting de rivier te verplaatsen ten opzichte van de verwijderde kribben, de laagwaterstand opgestuwd. De langsdammen zijn ook gunstig voor de natuur omdat er een unieke habitat ontstaat in de beschutte en permanent watervoerende oevergeulen achter de langsdammen. Bovendien kan een systeem met langsdammen op riviertrajectniveau helpen om de grootschalige bodemerosie in de Rijntakken te stoppen.

Door de aanleg van langsdammen ontstaat een complex riviersysteem waarbij de hoofdgeul met langsdammen wordt gescheiden in een systeem met twee geulen. De langsdammen kunnen vanaf een bepaalde afvoer overstromen, hebben aan de bovenstroomse zijde een in hoogte verstelbare instroomdrempel en zijn voorzien van een aantal tussenopeningen. De precieze effecten van zo’n complex systeem zijn lastig met rekenmodellen te voorspellen. Daarom zijn in 2014 en 2015 in de Waal bij Wamel, Dreumel en Ophemert (rivierkm 911-922) drie langsdammen aangelegd, die dienen als pilot binnen het project Kribverlaging op de Waal van het programma Ruimte voor de Rivier. De pilot moet uitwijzen of de verwachte baten in de praktijk daadwerkelijk behaald worden zonder excessieve toename van beheer en onderhoud. Voor, tijdens en na de aanleg van de langsdammen is een uitgebreid monitorings- en onderzoeksprogramma uitgevoerd.

Deltares coördineert voor Rijkswaterstaat een integrale eindevaluatie van alle resultaten en kennis die is opgedaan in de pilot. Het doel van deze eindevaluatie is het met kennis en feiten onderbouwen van een advies dat Rijkswaterstaat moet geven aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Centrale vragen zijn: (1) Werkt het principe van de langsdammen voldoende om de beoogde nuttige toepassingen te realiseren? En (2) In hoeverre zijn de langsdammen in potentie geschikt om elders te worden toegepast?

Als onderdeel van deze eindevaluatie voert HKV Delft3D-berekeningen uit om de hydrodynamische en morfologische effecten van de langsdammen inzichtelijk te maken. De resultaten uit deze berekeningen worden (in andere werkpakketten) gebruikt om verschillende langsdamvarianten (= combinatie langsdam, achterliggende oevergeul en regelbare instroomopeningen) te beoordelen op aspecten als hoogwaterveiligheid, natuur, zoetwatervoorziening, vlotte en veilige scheepvaart en beheer en onderhoud.

Voor de hydrodynamische aspecten (hoogwaterveiligheid en dwarsstromingen) variëren we de dimensies van (a) instroom- en tussenopeningen en (b) dimensies van de oevergeul achter de langsdammen. Voor het in kaart brengen van mogelijke gevolgen voor beheer en onderhoud berekenen we ook de aanzanding en erosie in de hoofdgeul van de rivier bij verschillende varianten van de instroomopeningen. Omdat de afvoer door de oevergeul, en dus de instellingen van de instroomopeningen, een belangrijke sturende factor is voor de morfologische effecten, richten we ons daarbij primair op zogenaamde hoekpunten met volledig geopende en volledig gesloten instroomopeningen.

De met Delft3D berekende effecten op waterstanden, stroomsnelheden en aanzanding en erosie in de hoofdgeul worden gebruikt om het langsdammenontwerp bij Tiel te optimaliseren. Daarnaast worden de resultaten gebruikt om te onderzoeken of het zinvol en wenselijk is om langsdammen ook elders in de Rijntakken toe te passen.